1. Controleer de batterij. Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen en in goede staat verkeert. Als de accu leeg of zwak is, kan deze niet het vermogen leveren dat nodig is om de motor te starten.
2. Voeg olie toe aan de motor. Na verloop van tijd kan de olie in uw motor wegvloeien of verdampen, waardoor de metalen onderdelen onbeschermd blijven. Voeg nieuwe olie toe aan de motor om ervoor te zorgen dat alle bewegende delen goed worden gesmeerd.
3. Draai de motor met de hand rond. Dit zal helpen de olie te laten circuleren en ervoor te zorgen dat deze alle noodzakelijke delen bereikt. U kunt dit doen door met een sleutel de krukaspoeliebout te draaien.
4. Installeer nieuwe bougies. Oude of versleten bougies kunnen ervoor zorgen dat uw motor niet goed start. Vervang de bougies door nieuwe om er zeker van te zijn dat ze de juiste vonk naar de motor geven.
5. Reinig de brandstofinjectoren. Na verloop van tijd kunnen de brandstofinjectoren verstopt of vuil raken, waardoor ze de brandstof niet goed aan de motor kunnen leveren. Maak de brandstofinjectoren schoon met een brandstofinjectiereiniger of breng ze naar een professional.
6. Voeg brandstofstabilisator toe. Brandstofstabilisator is een chemische stof die aan benzine kan worden toegevoegd om te voorkomen dat deze na verloop van tijd kapot gaat. Voeg brandstofstabilisator toe aan de benzinetank om ervoor te zorgen dat de brandstof vers en bruikbaar blijft.
7. Start de motor. Zodra u alle bovenstaande stappen heeft voltooid, zou u uw motor moeten kunnen starten zonder een droge start te ervaren.