- Platte schroevendraaier
- Stekkerset
- Momentsleutel
- Tangen
- Nieuwe krukassensor (indien vervangen)
1. Parkeer uw auto op een veilige plaats, zet de motor af en laat hem afkoelen.
2. Open de motorkap van uw auto.
3. Zoek het motorblok. Het is het grote metalen blok in het midden van de motorruimte.
4. Zoek de krukaspoelie. Het is een grote, ronde katrol die aan de voorkant van het motorblok is bevestigd.
5. De krukassensor bevindt zich vlakbij de krukaspoelie. Het is meestal een kleine, cilindrische sensor waaraan een draad is bevestigd.
6. Ontkoppel de elektrische connector van de krukassensor. Gebruik de platte schroevendraaier om de connector open te wrikken en de draad los te trekken.
7. Draai de bouten los waarmee de krukassensor op zijn plaats zit. Gebruik de dopsleutelset om de bouten los te draaien en te verwijderen.
8. Verwijder de krukassensor uit het motorblok. Zorg ervoor dat u het niet laat vallen.
9. Inspecteer de krukassensor op schade. Zoek naar scheuren, breuken of losse verbindingen. Als de sensor beschadigd is, moet deze worden vervangen.
10. Als u de krukassensor vervangt, plaatst u de nieuwe sensor in het gat in het motorblok. Draai de bouten waarmee de sensor op zijn plaats zit handvast.
11. Sluit de elektrische connector opnieuw aan op de krukassensor. Duw de draad in de connector totdat deze op zijn plaats klikt.
12. Draai de bouten vast waarmee de krukassensor op zijn plaats wordt gehouden. Gebruik de dopsleutelset om de bouten met het voorgeschreven aanhaalmoment vast te draaien.
13. Start uw auto en controleer het motorlampje. Als het motorlampje niet brandt, is de krukassensor succesvol vervangen.
- Zorg ervoor dat de nieuwe krukassensor het juiste onderdeelnummer voor uw auto heeft.
- Let er bij het loskoppelen van de elektrische connector op dat u de draden niet beschadigt.
- Let er bij het installeren van de nieuwe sensor op dat u de bouten niet kruislings indraait.
- Als u vragen heeft over het vervangen van de krukassensor, neem dan contact op met een gekwalificeerde monteur.