1. Wanneer u het rempedaal indrukt, wordt de hoofdcilinder geactiveerd, die op zijn beurt hydraulische druk genereert.
2. De hydraulische druk wordt via remleidingen overgebracht naar de remklauwen die zich bij elk wiel bevinden.
3. In de remklauwen drukt de hydraulische druk de remblokken tegen de remrotor, die aan de wielnaaf is bevestigd.
4. De wrijving die wordt gegenereerd tussen de remblokken en de draaiende rotor creëert weerstand, waardoor de rotor en het daarmee verbonden wiel vertragen of stoppen.
5. Terwijl de remblokken tegen de rotor drukken, zetten ze kinetische energie (de bewegingsenergie) om in thermische energie (warmte). Deze warmte wordt afgevoerd via de remschijven en de omliggende componenten.
6. Wanneer u het rempedaal loslaat, trekken de remblokken zich terug van de rotor, waardoor het wiel weer vrij kan draaien.
De remrotor fungeert als koellichaam en absorbeert en verspreidt de warmte die tijdens het remmen wordt gegenereerd. Het biedt ook een glad en consistent oppervlak waarmee de remblokken contact kunnen maken, waardoor effectieve remprestaties worden gegarandeerd.
Remschijven zijn doorgaans gemaakt van gietijzer of staal en zijn ontworpen om hoge temperaturen en herhaalde wrijving te weerstaan. Na verloop van tijd kunnen remschijven verslijten en dunner worden of oneffen oppervlakken ontwikkelen, wat de remprestaties kan beïnvloeden. Regelmatige inspectie en vervanging van remschijven zijn van cruciaal belang om een optimale remefficiëntie en veiligheid te behouden.
Bovendien kunnen sommige moderne voertuigen geventileerde remschijven bevatten. Geventileerde rotoren hebben interne schoepen of kanalen die zorgen voor een betere luchtstroom en warmteafvoer, waardoor de remprestaties verder worden verbeterd.