- Zorg ervoor dat de motor koel is.
- Koppel de vacuümslang los van de vacuümvervroegingspoort van de distributeur.
- Sluit een timinglampje aan op de motor.
- Start de motor en laat hem draaien totdat hij de normale bedrijfstemperatuur bereikt.
- Er zijn twee merktekens op de motor:
- Eén op de krukaspoelie
- Eén op het distributiekettingdeksel
- De markeringen moeten op één lijn liggen als de motor in het bovenste dode punt (BDP) staat.
- Als de markeringen niet op één lijn liggen, moet u de timing aanpassen.
- Om dit te doen, draait u de bevestigingsbout van de verdeler los en draait u de verdeler rechtsom of linksom totdat de markeringen op één lijn liggen.
- Draai de neerhoudbout vast zodra de markeringen op één lijn liggen.
- Sluit de vacuümslang weer aan.
- Nadat u de timing heeft aangepast, controleert u deze opnieuw om er zeker van te zijn dat deze correct is.
- Start de motor en laat deze draaien totdat deze de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
- Schijn met het timinglampje op de motor.
- De timingmarkering moet nu op één lijn liggen met de aanwijzer.
_Opmerking: Als u het niet prettig vindt om de timing van uw motor aan te passen, kunt u deze naar een gekwalificeerde monteur brengen._