- Vervangende koplamplamp (raadpleeg uw gebruikershandleiding voor de juiste maat)
- Dopsleutel of schroevendraaier
- Vod of handdoek
- Zaklamp (optioneel)
Instructies:
1. Zet de motor af en laat het voertuig afkoelen. Als de motor heet is, kunnen de koplampgloeilampen heet zijn en bij aanraking letsel veroorzaken.
2. Zoek de koplampunit. De koplampunit bevindt zich aan de voorzijde van het voertuig, achter de koplampafdekking.
3. Verwijder de koplampafdekking. De koplampafdekking wordt meestal op zijn plaats gehouden door schroeven of clips. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw voertuig voor de locatie en verwijderingsprocedure van de koplampafdekking.
4. Zoek de koplampgloeilamp. De koplampgloeilamp bevindt zich in de koplampunit. Het wordt meestal op zijn plaats gehouden door een veerklem of een borgring.
5. Verwijder de oude koplampgloeilamp. Gebruik een dopsleutel of schroevendraaier om de veerklem of borgring die de oude koplampgloeilamp op zijn plaats houdt los te maken en te verwijderen. Zorg ervoor dat u de veerklem of borgring niet in de koplampeenheid laat vallen.
6. Installeer de nieuwe koplampgloeilamp. Plaats de nieuwe koplampgloeilamp in de koplampunit en zet deze op zijn plaats vast met de veerklem of borgring. Zorg ervoor dat de lamp goed op zijn plaats zit en vastzit.
7. Plaats de koplampafdekking terug. Plaats de koplampafdekking terug en zet deze op zijn plaats vast met de schroeven of clips die u eerder hebt verwijderd.
8. Zet de koplampen aan om te controleren of ze goed werken.
Opmerking: Als de nieuwe koplampgloeilamp niet gaat branden, controleer dan de zekeringkast om er zeker van te zijn dat de betreffende zekering niet is doorgebrand. Als de zekering is doorgebrand, vervang deze dan door een nieuwe zekering met hetzelfde ampèrage.