Een ontstekingsmodule bestaat doorgaans uit elektronische circuits, transistors en soms een spoeldriver. Dit zijn de belangrijkste functies van een ontstekingsmodule:
1. Signaalverwerking :De ontstekingsmodule ontvangt ingangssignalen van verschillende sensoren, zoals de krukaspositiesensor en nokkenaspositiesensor, om het motortoerental en de positie van de zuigers en kleppen te bepalen. Het verwerkt deze signalen om het ontstekingstijdstip nauwkeurig te berekenen.
2. Dwell Time Control :De ontstekingsmodule regelt de verblijftijd, die verwijst naar de duur gedurende welke de bobine wordt bekrachtigd om de benodigde spanning op te bouwen voor het genereren van vonken. Het zorgt ervoor dat de verblijftijd voldoende is om de spoel een sterke vonk te laten produceren.
3. Triggeren :Op basis van de berekende timing en verblijftijd stuurt de ontstekingsmodule een triggersignaal naar de bobine. Dit signaal zorgt ervoor dat de spoel de elektrische hoogspanningsenergie ontlaadt die in de wikkelingen is opgeslagen.
4. Versterking :Bij sommige ontstekingssystemen is de ontstekingsmodule voorzien van een versterkercircuit om het spanningssignaal van de bobine te versterken. Deze versterking verbetert de vonkenergie en verbetert de ontstekingsprestaties.
5. Foutdetectie :Moderne ontstekingsmodules zijn vaak uitgerust met diagnostische mogelijkheden. Ze kunnen de prestaties van het ontstekingssysteem monitoren en verschillende fouten detecteren, zoals open of kortgesloten circuits, storingen in sensoren of problemen met de bobine.
Door de timing en de afgifte van de vonk nauwkeurig te regelen, zorgt de ontstekingsmodule voor een efficiënte verbranding, verbeterde motorprestaties, verminderde emissies en een soepele werking van het voertuig. Het werkt samen met andere componenten van het ontstekingssysteem, waaronder bougies, bobine, verdeler (in oudere voertuigen) en bedrading, om een betrouwbaar en consistent ontstekingsproces te garanderen.