1. Bepaal het maximale stroomverbruik van het circuit. Dit kunt u vinden door de stroomwaarden van alle apparaten die op het circuit zijn aangesloten bij elkaar op te tellen.
2. Selecteer een zekering met een stroomsterkte die iets hoger is dan het maximale stroomverbruik. Dit zorgt ervoor dat de zekering onder normale bedrijfsomstandigheden niet doorbrandt, maar beschermt nog steeds het circuit in geval van een storing.
3. Denk na over het benodigde type zekering. Er zijn twee hoofdtypen zekeringen:snel en langzaam. Snelle zekeringen springen snel door als reactie op een kortsluiting, terwijl het bij langzame zekeringen langer duurt voordat ze doorbranden, wat handig kan zijn voor circuits die af en toe last hebben van stroompieken.
4. Kies de juiste maat zekering. Zekeringen zijn verkrijgbaar in verschillende maten, dus het is belangrijk om er een te kiezen die in de zekeringhouder past.
5. Installeer de zekering correct. Zorg ervoor dat u de zekering in de juiste richting in de zekeringhouder plaatst.
Hier volgen enkele aanvullende tips voor het selecteren van de juiste zekering voor een circuit:
* Als het circuit is beveiligd met een stroomonderbreker, kunt u een zekering gebruiken met een stroomsterkte die iets lager is dan de uitschakelwaarde van de stroomonderbreker.
* Als het circuit niet is beveiligd met een stroomonderbreker, moet u een zekering gebruiken met een stroomsterkte die niet meer bedraagt dan 125% van het maximale stroomverbruik.
* Als het circuit voor een kritische toepassing is, kunt u overwegen een redundant zekeringsysteem te gebruiken, waarbij twee zekeringen in serie worden gebruikt.
Door deze stappen te volgen, kunt u de juiste zekering voor een circuit selecteren en uw elektrische apparatuur helpen beschermen tegen schade.