1. Parkeer uw auto op een vlakke ondergrond en zet de motor af.
Voordat u het brandstoffilter vervangt, moet u eerst het voertuig op een vlakke ondergrond parkeren en de motor uitschakelen. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de motor koel is om te voorkomen dat u zich verbrandt.
2. Zoek het brandstoffilter.
Het brandstoffilter is meestal een cilindervormig onderdeel waarop twee brandstofleidingen zijn aangesloten. Bij de CR-V SE uit 2000 bevindt het brandstoffilter zich doorgaans in de buurt van de brandstoftank. Het is meestal zichtbaar vanaf de onderkant van het voertuig, maar als u het niet kunt vinden, moet u mogelijk uw gebruikershandleiding of een reparatiehandleiding raadplegen voor de exacte locatie.
3. Koppel de brandstofleidingen los.
Er zullen twee brandstofleidingen op het brandstoffilter zijn aangesloten, één aan de inlaatzijde en één aan de uitlaatzijde. Om de slangen van het filter te verwijderen, moet u de fittingen op de leidingen indrukken terwijl u eraan trekt. Als de fittingen verroest zijn of vastzitten, moet u mogelijk een wrikgereedschap of een platte schroevendraaier gebruiken om ze los te maken. Zorg ervoor dat u een doek of opvangbak onder de tank heeft liggen om gemorste brandstof op te vangen.
4. Verwijder het oude brandstoffilter.
Zodra de brandstofleidingen zijn losgekoppeld, kunt u het oude brandstoffilter verwijderen door het tegen de klok in te draaien en uit de behuizing te trekken. Zorg ervoor dat u geen brandstof morst.
5. Installeer het nieuwe brandstoffilter.
Voordat u het nieuwe brandstoffilter installeert, moet u ervoor zorgen dat het nieuwe filter in de juiste richting is geplaatst. Het filter moet een pijl hebben die de richting van de brandstofstroom aangeeft. Plaats het nieuwe filter in de behuizing en draai het met de klok mee totdat het handvast zit.
6. Sluit de brandstofleidingen opnieuw aan.
Bevestig de brandstofleidingen opnieuw door de fittingen op het nieuwe brandstoffilter te drukken totdat u een klik hoort. Zorg ervoor dat de lijnen veilig zijn aangesloten.
7. Start de motor.
Zodra het nieuwe brandstoffilter is geïnstalleerd en de brandstofleidingen opnieuw zijn aangesloten, start u de motor en laat u deze een paar minuten draaien. Controleer op eventuele lekkage rond het brandstoffilter en de fittingen. Als u lekkages opmerkt, draai dan de fittingen vast of vervang het filter.
8. Maak een proefrit met uw voertuig.
Nadat u het brandstoffilter heeft vervangen, maakt u een proefrit met uw voertuig om er zeker van te zijn dat deze goed werkt.