Wanneer de lader wordt getransporteerd, moet de borgpen in de gaten aan de voor- en achterframes van de lader worden gestoken. Dit voorkomt dat de lader gaat knikken en helpt hem stabiel te houden tijdens transport.
Wanneer de lader op oneffen of ruw terrein wordt gebruikt, moet de borgpen ook in de gaten aan de voor- en achterframes van de lader worden gestoken. Dit zal helpen voorkomen dat de lader gaat knikken en zal helpen om hem stabiel te houden terwijl hij wordt bediend.
De borgpen mag niet worden gebruikt als de lader op vlak en glad terrein wordt gebruikt. Dit komt omdat de borgpen kan voorkomen dat de lader gaat scharnieren, waardoor het moeilijk kan worden om met de lader te manoeuvreren.