Auto >> Automobiel >  >> Motor

Hoe wordt een motor uitgeschakeld?

Een motor wordt uitgeschakeld wanneer de brandstoftoevoer naar de motor wordt afgesloten, waardoor verbranding wordt voorkomen. Dit kan op verschillende manieren worden bereikt:

1. Contactslot: Als u de contactschakelaar in de stand "Uit" zet, wordt de elektrische voeding naar de motor, inclusief de brandstofpomp, afgesloten. Dit voorkomt dat de brandstofpomp brandstof aan de motor levert, waardoor deze stopt met draaien.

2. Brandstofafsluitklep: Sommige voertuigen zijn uitgerust met een handmatige brandstofafsluitklep in de brandstofleiding. Het sluiten van deze klep blokkeert de brandstofstroom naar de motor, waardoor deze stopt.

3. Motorregeleenheid (ECU): In moderne voertuigen bestuurt de ECU verschillende motorfuncties, waaronder brandstofinjectie. Wanneer de ECU detecteert dat de motor moet worden uitgeschakeld, stuurt deze een signaal naar de brandstofinjectoren om te stoppen met het leveren van brandstof.

4. Motor stopt: Een motor kan ook afslaan als deze afslaat. Afslaan treedt op wanneer het motortoerental onder een bepaald niveau daalt, waardoor het vermogen verliest en stopt met draaien. Dit kan gebeuren door een gebrek aan brandstof, vonkverlies of andere mechanische problemen.

5. Automatisch motorstop-/startsysteem: Sommige moderne voertuigen zijn uitgerust met een stop/start-systeem dat de motor automatisch uitschakelt wanneer het voertuig tot stilstand komt (bijvoorbeeld bij een rood licht) en opnieuw start wanneer de bestuurder het gaspedaal indrukt. Dit systeem helpt brandstof te besparen door de stationairtijd van de motor te verkorten.