Auto >> Automobiel >  >> Auto reparatie

Distributieriem vervangen Toyota rav 4 2002?

Hulpmiddelen die je nodig hebt:

* Een nieuwe distributieriem (Toyota onderdeelnummer 13568-21040)

* Een distributieriemspanner (Toyota onderdeelnummer 13505-21010)

* Een waterpomp (Toyota onderdeelnummer 21000-28041)

* Een oliepomp (Toyota onderdeelnummer 23100-21041)

* Een krukaspoeliebout (Toyota onderdeelnummer 90119-12171)

* Twee koelvloeistofbypasspakkingen (Toyota onderdeelnummer 16343-75010)

* Een paar liter koelvloeistof

* Een trechter

* Een slangklemtang

* Een schroevendraaier

* Een sleutel

* Een stopcontactenset

* Een brekerbalk

* Een momentsleutel

Instructies:

1. Parkeer het voertuig en laat het afkoelen. De motor moet koel aanvoelen voordat u eraan begint te werken.

2. Ontkoppel de negatieve accukabel. Zo voorkom je dat de motor start terwijl je eraan werkt.

3. Verwijder de motorkap Verwijder indien van toepassing de plastic motorkap om toegang te krijgen tot de onderliggende distributieriemkap.

4. Verwijder de distributieriemafdekkingen. Er zijn twee distributieriemafdekkingen, één aan de voorkant van de motor en één aan de achterkant. Verwijder de bouten waarmee de afdekkingen op hun plaats zitten en wrik ze voorzichtig los met een schroevendraaier.

5. Verwijder de oude distributieriem. Maak de spanner los zodat u de oude distributieriem kunt verwijderen.

6. Inspecteer de distributieriemspanner en waterpomp. Als een van deze onderdelen beschadigd is, vervang ze dan nu.

7. Installeer een nieuwe distributieriem, waterpomp en spanner. Installeer een nieuwe distributieriem, waterpomp en spanner volgens de instructies in de reparatiehandleiding.

8. Pas de spanning van de distributieriem aan. De distributieriem moet strak staan, maar niet te strak. De spanner moet zo worden afgesteld dat de distributieriem ongeveer 13 mm (1/2 inch) kan worden doorgebogen met uw duim tussen de tandwielen.

9. Vervang de distributieriemkappen. Vervang de distributieriemdeksels en bouten.

10. Sluit de negatieve accukabel opnieuw aan.

11. Start de motor en controleer op lekkage. Laat de motor enkele minuten draaien en controleer op eventuele lekkages. Als er geen lekkages zijn, zet u de motor uit en gaat u verder met de volgende stap.

12. Controleer de timing. Gebruik een timinglampje om de timing te controleren. De timing moet worden ingesteld op 15 graden vóór het bovenste dode punt (BTDC).

13. Pas indien nodig de timing aan. Als de timing niet goed is, kunt u deze aanpassen door aan de verdeler te draaien.

14. Vervang de bougiekabels en plaats het kleppendeksel terug.

15. Vul de motor met koelvloeistof en controleer het niveau.

16. Start de motor en laat deze een paar minuten draaien. Controleer op eventuele lekkages en zorg ervoor dat de motor soepel draait.

17. Zet de motor af en laat afkoelen.

18. Vul indien nodig het koelvloeistofreservoir bij.

19. Controleer uw werk en zorg ervoor dat alle deksels en bouten correct zijn geïnstalleerd en vastgedraaid.

_Opmerking: Deze procedure is een algemene richtlijn. Raadpleeg altijd een specifieke reparatiehandleiding voor uw voertuig.**_