2. Controleer de ruitenwissermotor. Als de zekeringen niet zijn doorgebrand, is de volgende stap het controleren van de ruitenwissermotor. De ruitenwissermotor bevindt zich onder de motorkap, vlakbij de onderkant van de voorruit. Als de ruitenwissermotor niet werkt, moet u deze mogelijk vervangen.
3. Controleer de koppeling. De koppeling voor de ruitenwissers bestaat uit een reeks stangen en tandwielen die de ruitenwissermotor met de wisserbladen verbinden. Als de koppeling beschadigd is, kunnen de wisserbladen niet goed bewegen. Inspecteer de koppeling op eventuele schade en vervang beschadigde onderdelen.
4. Controleer de wisserbladen. Als de koppeling in goede staat verkeert, is de volgende stap het controleren van de wisserbladen. Ruitenwisserbladen kunnen na verloop van tijd versleten of beschadigd raken, waardoor ze niet meer goed werken. Als de wisserbladen versleten of beschadigd zijn, vervang ze dan door nieuwe wisserbladen.
Als u alle bovenstaande stappen heeft geprobeerd en de ruitenwissers nog steeds niet werken, moet u uw voertuig mogelijk naar een monteur brengen voor verdere diagnose en reparatie.