1. Controleer het sproeierreservoir:
- Zorg ervoor dat het koplampsproeierreservoir gevuld is met voldoende ruitensproeiervloeistof. Als het leeg of bijna leeg is, vult u het opnieuw.
2. Zekering controleren:
- Zoek de zekering van de koplampsproeier in de zekeringenkast. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw voertuig voor de locatie en het vermogen van de zekering.
- Inspecteer de zekering op eventuele breuken of beschadigingen. Als de zekering is doorgebrand, vervang deze dan door een nieuwe met hetzelfde vermogen.
3. Sproeiers reinigen:
- De koplampsproeiers zijn mogelijk verstopt of geblokkeerd. Gebruik een zachte doek of borstel om de spuitmondjes voorzichtig schoon te maken, zodat u er zeker van bent dat ze vrij zijn van vuil.
4. Controleer op knikken of lekkages:
- Inspecteer de sproeiervloeistofslangen op knikken of lekkages. Zorg ervoor dat de slangen goed zijn aangesloten en zonder obstakels of schade worden geleid.
5. Test de pomp:
- Maak de sproeislang los van één van de sproeiers en schakel de koplampsproeier in. Controleer of de sproeierpomp goed functioneert en vloeistof levert.
- Als de pomp niet werkt of zwak is, overweeg dan om deze te vervangen door een nieuwe.
6. Controleer de bedrading:
- Onderzoek de bedradingsaansluitingen met betrekking tot het koplampsproeisysteem op schade, losse verbindingen of corrosie. Repareer of vervang indien nodig de defecte bedrading.
7. Bedieningsschakelaar of module:
- Controleer de koplampsproeierschakelaar of -module. Er kan een probleem zijn doordat het elektrische signaal niet goed wordt verzonden om de wasmachine te activeren.
8. Zoek professionele hulp:
- Als het probleem met de koplampsproeiers aanhoudt nadat u de bovenstaande stappen heeft gecontroleerd en uitgevoerd, kunt u het beste een gekwalificeerde monteur of auto-elektricien raadplegen om het probleem verder te diagnosticeren en op te lossen.