1. Laag oliepeil
De meest voorkomende reden is dat het oliepeil te laag is. Wanneer het oliepeil laag is, krijgt de motor niet voldoende smering en raakt deze oververhit, waardoor deze wordt uitgeschakeld. Controleer het oliepeil en voeg indien nodig olie toe.
2. Defecte oliesensor
Als het oliepeil vol is, is het volgende dat u moet controleren de oliesensor. De oliesensor is verantwoordelijk voor het detecteren van het oliepeil en het verzenden van een signaal naar de motorregeleenheid (ECU). Als de oliesensor defect is, kan deze een vals signaal naar de ECU sturen, waardoor de motor wordt uitgeschakeld. Test de oliesensor en vervang deze indien nodig.
3. Losse of beschadigde bedrading
Losse of beschadigde bedrading kan er ook voor zorgen dat de motor uitschakelt. Controleer de kabelboom op losse of beschadigde verbindingen en repareer of vervang eventuele beschadigde draden.
4. Defecte aftakasschakelaar
De aftakasschakelaar is verantwoordelijk voor het in- en uitschakelen van de messen. Als de aftakasschakelaar defect is, stuurt deze mogelijk geen signaal naar de motorregeleenheid (ECU), waardoor de motor wordt uitgeschakeld. Test de PTO-schakelaar en vervang deze indien nodig.
5. Defecte motorregeleenheid (ECU)
Als al het bovenstaande klopt, ligt het probleem mogelijk bij de motorregeleenheid (ECU). De ECU is verantwoordelijk voor het regelen van de werking van de motor en als deze defect is, kan dit ervoor zorgen dat de motor afslaat. Laat de ECU testen door een gekwalificeerde technicus en vervang deze indien nodig.