1. Sportfietsen: Sportfietsen hebben doorgaans hogere bandenspanningsaanbevelingen in vergelijking met andere typen motorfietsen. Het is gewoonlijk ongeveer 32-36 PSI (pounds per vierkante inch) voor zowel de voor- als de achterbanden.
2. Cruisers/toermotoren: Cruisers en toermotorfietsen hebben doorgaans een lagere bandenspanningsaanbeveling dan sportmotoren. De spanning van de voorband ligt doorgaans tussen 28-32 PSI, terwijl de spanning van de achterband iets hoger kan zijn, variërend van 32-36 PSI.
3. terreinmotoren: Offroad-motorfietsen vereisen verschillende aanpassingen van de bandenspanning, afhankelijk van het terrein en de rijomstandigheden. De aanbevolen druk kan variëren van 15-25 PSI voor zowel de voor- als achterbanden voor losse oppervlakken zoals zand of modder, en iets hoger voor harde oppervlakken.
4. Dual-Sport-motorfietsen: Dual-sport-motorfietsen, ontworpen voor zowel on- als offroad-gebruik, hebben doorgaans aanbevelingen voor de bandenspanning die vergelijkbaar zijn met die van off-road-motorfietsen. De aanbevolen spanning kan voor beide banden variëren van 18-25 PSI.
5. Bandenmaat: De bandenmaat heeft ook invloed op de juiste luchtdruk. Bredere banden vereisen over het algemeen een lagere spanning vergeleken met smallere banden. Controleer altijd de zijwand van de band voor het door de fabrikant aanbevolen drukbereik voor uw specifieke band.
Het is belangrijk om regelmatig de juiste bandenspanning te controleren en te handhaven, omdat dit invloed kan hebben op het rijgedrag, de veiligheid, het brandstofverbruik en de bandenslijtage van uw motorfiets. Te weinig opgepompte banden kunnen leiden tot verminderde rijprecisie, verhoogde rolweerstand en versnelde bandenslijtage, terwijl te hoog opgepompte banden kunnen resulteren in een zwaardere rit en verminderde tractie.