1. Verzamel de benodigde gereedschappen en onderdelen.
* Kruiskopschroevendraaier
* Platte schroevendraaier
* 10 mm dopsleutel
* 12 mm dopsleutel
* Nieuwe motorkapsluiting
* Veiligheidsbril
* Handschoenen
2. Bereid het voertuig voor.
* Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond.
* Zet de motor uit en laat hem afkoelen.
* Schakel de parkeerrem in.
3. Open de motorkap.
* Zoek de ontgrendelingshendel van de motorkap in het voertuig. Het bevindt zich meestal aan de voetenruimte aan de bestuurderszijde, vlakbij de deur.
* Trek aan de ontgrendelingshendel van de motorkap.
* Til de motorkap op en zet hem open met een steunstang.
4. Zoek de motorkapvergrendeling.
* De motorkapvergrendeling bevindt zich aan de onderkant van de motorkap, vlakbij de voorkant van het voertuig.
*Het wordt op zijn plaats gehouden door twee bouten.
5. Verwijder de motorkapvergrendeling.
* Gebruik de 10 mm dopsleutel om de twee bouten te verwijderen die de motorkapvergrendeling op zijn plaats houden.
* Verwijder voorzichtig de motorkapvergrendeling.
6. Inspecteer de motorkapvergrendeling.
* Controleer op eventuele schade of slijtage aan de motorkapvergrendeling.
* Als de motorkapvergrendeling beschadigd of versleten is, moet deze worden vervangen.
7. Installeer de nieuwe motorkapvergrendeling.
* Plaats de nieuwe motorkapvergrendeling op zijn plaats.
* Steek de twee bouten in die de motorkapvergrendeling op zijn plaats houden.
* Gebruik de dopsleutel van 10 mm om de bouten vast te draaien.
8. Test de motorkapvergrendeling.
* Sluit de motorkap en zorg ervoor dat deze goed vastklikt.
* Als de motorkap niet goed sluit, pas dan indien nodig de motorkapvergrendeling aan.
9. Opruimen.
* Ruim eventueel vuil op dat tijdens de reparatie is ontstaan.
* Bewaar het gebruikte gereedschap en onderdelen op een veilige plaats.