1. Doorgebrande zekering: Het eerste dat u moet controleren, is de zekering van de ruitenwissers. Als de zekering is doorgebrand, moet deze worden vervangen. De zekering voor de ruitenwissers bevindt zich in de zekeringenkast, deze bevindt zich meestal onder het dashboard aan de bestuurderszijde.
2. Slechte schakelaar: Het volgende dat u moet controleren, is de schakelaar voor de ruitenwissers. Als de schakelaar slecht is, moet deze worden vervangen. De schakelaar voor de ruitenwissers bevindt zich op het dashboard, meestal vlakbij het stuur.
3. Slechte ruitenwissermotor: Als de zekering en de schakelaar beide goed zijn, is het volgende dat u moet controleren de ruitenwissermotor. Als de ruitenwissermotor slecht is, moet deze worden vervangen. De ruitenwissermotor bevindt zich onder de motorkap, meestal vlakbij de voorruit.
4. Slechte bedrading: Als de zekering, de schakelaar en de ruitenwissermotor allemaal in orde zijn, is het volgende dat u moet controleren de bedrading voor de ruitenwissers. Als de bedrading beschadigd is, moet deze worden gerepareerd. De bedrading voor de ruitenwissers bevindt zich meestal onder de motorkap, vlakbij de voorruit.
Naast deze mogelijke oorzaken kunnen het rode lampje op uw snelheidsmeter en de knipperende knipperlichten verband houden met een probleem met het elektrische systeem van uw auto. Als u een probleem met de ruitenwissers zelf hebt uitgesloten, moet u uw auto naar een gekwalificeerde monteur brengen om hem een diagnose van het probleem te laten stellen.