1. Verhoogde garantiekosten: Zonder een systeem om defecten effectief te monitoren en op te sporen, was Kia niet in staat om problemen met hun voertuigen onmiddellijk te identificeren en aan te pakken. Dit leidde tot een hoger aantal garantieclaims en hogere garantiekosten voor het bedrijf.
2. Verminderde klanttevredenheid: Klanten die gebreken ondervonden aan hun Kia-voertuigen, kregen te maken met frustratie en ongemak vanwege het gebrek aan tijdige oplossing. Dit had een negatieve invloed op de klanttevredenheid en loyaliteit jegens het merk Kia.
3. Schade aan de merkreputatie: Het nieuws over het onvermogen van Kia om defecten adequaat op te sporen en op te lossen verspreidde zich onder consumenten en experts uit de industrie, waardoor de reputatie en geloofwaardigheid van het bedrijf werden geschaad. Dit maakte het voor Kia een grotere uitdaging om nieuwe klanten aan te trekken en bestaande klanten te behouden.
4. Gemiste kansen voor verbetering: Zonder een effectief systeem voor het opsporen van defecten miste Kia waardevolle kansen om van terugkerende problemen in hun voertuigen te leren en deze aan te pakken. Dit belemmerde hun vermogen om hun producten voortdurend te verbeteren en concurrerend te blijven op de markt.
5. Meer toezicht op de regelgeving: Het ontbreken van een goed systeem voor het opsporen van defecten maakte Kia kwetsbaarder voor toezicht door de toezichthouders en mogelijke juridische stappen. Overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor consumentenbescherming en voertuigveiligheid zouden het ontbreken van een dergelijk systeem kunnen beschouwen als een onvermogen om te voldoen aan industriële normen en voorschriften.
Over het geheel genomen had Kia's gebrek aan een informatiesysteem om defecten op te sporen aanzienlijke financiële, operationele en reputatiegevolgen, die van invloed waren op hun bedrijfsresultaten, klantrelaties en algemene bedrijfsprestaties.