1. Draai de wielmoeren los, maar verwijder ze niet.
2. Gebruik een krik en kriksteunen om de voor- of achterkant van het voertuig op te tillen totdat het wiel/de band de grond niet meer raakt.
3. Verwijder de wielmoeren en verwijder het wiel en de band uit het voertuig.
4. Maak de remklauw los die de rotor- en remklauwconstructie vasthoudt van de ophanging om de remklauw te verwijderen.
5. Verwijder de splitpen en kroonmoer die de rotor op zijn plaats houden op de asnaaf/spindel.
6. Schuif de rotor van de nokken en verwijder deze uit het voertuig.