1. Zorg ervoor dat alle vier de banden goed zijn opgepompt tot de aanbevolen luchtdruk.
2. Zet het contact aan, zonder de motor te starten. Doe dit door de sleutel naar de stand "ON" te draaien, zonder de sleutel naar "START" te draaien
3. Houd de “TPMS”-knop, die zich op de middenconsole bevindt, ingedrukt totdat het waarschuwingslampje voor de bandenspanning drie keer achter elkaar knippert. Dit duurt ongeveer 3 seconden.
4. Zet het contact uit.
5. Start de motor en controleer of het TPMS-waarschuwingslampje uit is.