1. Zorg ervoor dat het voertuig in de parkeerstand staat.
2. Zet de motor uit en vervolgens weer aan.
3. Trap het rempedaal niet in.
4. Houd de Trip-knop aan de linkerkant van het stuur ingedrukt.
5. Terwijl u de Trip-knop ingedrukt houdt, draait u de contactsleutel naar de AAN-stand (maar start de motor niet).
6. Blijf de Trip-knop ingedrukt houden en draai de sleutel terug naar de UIT-positie.
7. Terwijl u de Trip-knop nog steeds ingedrukt houdt, draait u de sleutel weer AAN, maar start u de auto opnieuw niet.
8. Blijf de Trip-knop ingedrukt houden totdat het onderhoudslampje uitgaat.
9. Zodra het onderhoudslampje is uitgeschakeld, laat u de Trip-knop los.