- Vervangende gloeilamp voor dimlicht (type H11)
- Kruiskopschroevendraaier
- Platte schroevendraaier
- Zaklamp
- Handschoenen
Instructies:
1. Parkeer uw auto op een veilige plaats en zet de motor af.
Zorg ervoor dat de parkeerrem is ingeschakeld.
2. Open de motorkap van uw auto.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw auto voor instructies over hoe u dit moet doen.
3. Zoek de dimlichtkoplamp.
Het bevindt zich meestal achter de voorbumper, aan de zijkant van de motorruimte.
4. Verwijder de afdekking van de dimlichtkoplamp.
Mogelijk zijn er een paar schroeven of clips die de kap op zijn plaats houden. Gebruik een kruiskopschroevendraaier of een platte schroevendraaier om ze te verwijderen.
5. Verwijder de oude gloeilamp van het dimlicht.
Draai de lamp tegen de klok in om hem uit de fitting te verwijderen. Zorg ervoor dat u de lamp niet laat vallen.
6. Installeer de nieuwe gloeilamp voor het dimlicht.
Plaats de nieuwe lamp in de fitting en draai hem met de klok mee om hem vast te zetten.
7. Plaats de afdekking van de dimlichtkoplamp terug.
Zet de kap vast met de schroeven of clips die u eerder hebt verwijderd.
8. Sluit de motorkap van uw auto.
9. Schakel de koplampen in en test de nieuwe dimlichtlamp.
Zorg ervoor dat de lamp goed werkt voordat u met uw auto gaat rijden.
