1. Parkeer uw Samurai op een vlakke ondergrond en zet de motor af. Laat het volledig afkoelen.
2. Open de motorkap van de Samurai en zoek de carburateur. Het wordt meestal op het inlaatspruitstuk gemonteerd.
3. Verwijder het luchtfiltersamenstel door de vleugelmoer los te draaien die het op zijn plaats houdt.
4. Zoek de stationairmengselschroef op de carburateur. Het is meestal een kleine schroef aan de onderkant van de carburateur.
5. Draai de stationairmengselschroef rechtsom totdat deze niet verder kan. Draai hem vervolgens 1,5 slag tegen de klok in. Dit is een goed uitgangspunt voor de instelling van het stationaire mengsel.
6. Start de motor en laat deze op bedrijfstemperatuur komen.
7. Terwijl de motor stationair draait, draait u de stationairmengselschroef rechtsom of linksom totdat het motortoerental het hoogste punt bereikt.
8. Zodra u het hoogste stationair toerental heeft gevonden, draait u de stationairmengselschroef ongeveer 1/8 slag linksom. Dit zorgt ervoor dat de motor een beetje rijk draait, wat belangrijk is voor de levensduur.
9. Bevestig het luchtfiltersamenstel opnieuw en sluit de motorkap van de Samurai.
Het is belangrijk op te merken dat het afstellen van de carburateur geen exacte wetenschap is en dat de ideale instellingen kunnen variëren, afhankelijk van uw specifieke Samurai en rijomstandigheden. Door deze stappen te volgen, kunt u uw carburateur echter dicht bij de optimale instellingen krijgen en ervoor zorgen dat uw Samurai soepel en efficiënt loopt.