1. Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem in.
2. Zet de contactschakelaar in de stand "ON", maar start de motor niet.
3. Houd de "4WD"-knop op de middenconsole enkele seconden ingedrukt. Het indicatielampje op de knop moet gaan branden, wat aangeeft dat het 4WD-systeem is ingeschakeld.
4. Schakel de transmissie in de stand "4H" of "4L".
5. Probeer de voorwielen met de hand te draaien. Als ze nog steeds vergrendeld zijn, moet u doorgaan naar de volgende stap.
6. Stap uit het voertuig en zoek de automatisch vergrendelende voornaven. Ze bevinden zich op de voorwielen, vlakbij de wiellagers.
7. Er moet een kleine dop of afdekking op de naaf zitten die met de hand of met een platte schroevendraaier kan worden verwijderd.
8. Zodra de dop is verwijderd, ziet u een kleine hendel of knop in de naaf.
9. Gebruik een schroevendraaier of ander gereedschap om de hendel of knop tegen de klok in te draaien totdat deze niet verder kan. Hierdoor wordt de naaf ontgrendeld en kunnen de voorwielen vrij draaien.
10. Plaats de dop of afdekking terug op de naaf en stap weer in het voertuig.
11. Schakel de transmissie terug naar de stand "2WD" en schakel het contact uit.
De voorste automatisch vergrendelende naven moeten nu ontgrendeld zijn en het voertuig zou in 2WD-modus moeten kunnen rijden. Als de naven nog steeds vastzitten, moet u het voertuig mogelijk naar een monteur brengen voor verdere hulp.
