1. Zet de contactschakelaar in de stand "Aan" zonder de motor te starten.
2. Houd de knop "Trip Reset" op het instrumentenpaneel ongeveer 5 seconden ingedrukt.
3. Terwijl u de "Trip Reset"-knop nog steeds ingedrukt houdt, draait u de contactschakelaar naar de "Uit"-positie.
4. Laat de knop "Trip Reset" los en wacht een paar seconden.
5. Zet de contactschakelaar terug naar de stand "Aan" zonder de motor te starten.
6. Het controlelampje moet worden gereset en uitgeschakeld.
Als het controlelampje na het uitvoeren van deze stappen niet opnieuw wordt ingesteld, is er mogelijk een onderliggend probleem met de motor of het emissiesysteem van het voertuig dat aandacht vereist. In dat geval is het raadzaam om het voertuig te laten diagnosticeren door een gekwalificeerde monteur om de oorzaak van het controlelampje te achterhalen en eventuele noodzakelijke reparaties uit te voeren.