1. Zet de motor uit en laat hem afkoelen.
2. Open de motorkap en zoek de OBD-II-poort. Deze bevindt zich meestal onder het dashboard aan de bestuurderszijde.
3. Sluit een OBD-II-scanner aan op de poort.
4. Zet het contact aan. Start de motor niet.
5. Volg de aanwijzingen op de scanner om toegang te krijgen tot de diagnostische informatie van het voertuig.
6. Selecteer de optie om het controlelampje te wissen of opnieuw in te stellen.
7. Volg eventuele aanvullende aanwijzingen op de scanner om de reset te bevestigen.
8. Zet het contact uit en koppel de scanner los.
9. Start de motor. Het controlelampje moet uitgeschakeld zijn.