Na verloop van tijd verslijt het wrijvingsmateriaal op de koppelingsplaat geleidelijk, waardoor het minder goed grip krijgt op het vliegwiel. Deze slijtage wordt verergerd door factoren zoals agressief rijgedrag, zware ladingen en veelvuldig stop-and-go-verkeer.
2. Olievervuiling:
Door lekkages in de achterste hoofdafdichting van de motor of in de ingaande asafdichting van de transmissie kan olie op de koppelingsplaat sijpelen, waardoor deze gaat slippen. Olieverontreiniging brengt de wrijvingseigenschappen van het koppelingsmateriaal in gevaar, waardoor het vermogen om vermogen van de motor naar de transmissie over te brengen wordt aangetast.
3. Zwakke of kapotte koppelingsveren:
De koppelingsdrukplaat is voorzien van diafragmaveren die klemkracht uitoefenen op de koppelingsplaat. Slijtage, vermoeidheid of schade aan deze veren kan de klemkracht verminderen, wat resulteert in het slippen van de koppeling.
4. Defecte koppelingskabel of hydraulisch systeem:
Bij voertuigen die zijn uitgerust met een kabelbediende koppeling kan het uitrekken of rafelen van de kabel ervoor zorgen dat de koppeling niet volledig ontkoppelt, wat tot slippen kan leiden. In hydraulische koppelingssystemen kunnen vloeistoflekken of luchtzakken de druk die nodig is om de koppeling te bedienen in gevaar brengen, waardoor deze gaat slippen.
5. Vliegwielproblemen:
Overmatige slijtage, hitteplekken of schade aan het vliegwieloppervlak kunnen de soepele aangrijping van de koppelingsplaat verstoren, wat bijdraagt aan slippen.
6. Verzendingsproblemen:
Interne problemen in de transmissie, zoals versleten synchronisatoren of beschadigde tandwieltanden, kunnen de juiste inschakeling van de versnellingen belemmeren, waardoor de koppeling gaat slippen wanneer de bestuurder probeert te schakelen.