1. Zet de motor uit en laat hem volledig afkoelen.
2. Zoek het bedieningspaneel van de verwarming. Het bevindt zich meestal op de middenconsole.
3. Gebruik een kleine platte schroevendraaier of een wrikgereedschap om het bedieningspaneel van de verwarming voorzichtig open te wrikken. Zorg ervoor dat u het paneel niet beschadigt.
4. Zodra het paneel open is, zie je de gloeilampen. Ze zijn meestal klein, rond en wit.
5. Om een gloeilamp te verwijderen, draait u deze voorzichtig tegen de klok in.
6. Plaats de nieuwe lamp door hem voorzichtig rechtsom te draaien totdat hij goed aansluit.
7. Herhaal stap 5 en 6 voor alle andere lampen die vervangen moeten worden.
8. Zodra alle lampen zijn vervangen, klikt u het bedieningspaneel van de verwarming weer op zijn plaats.
Opmerking:zorg ervoor dat u het juiste type gloeilampen gebruikt. In de gebruikershandleiding van uw voertuig wordt aangegeven welk type lampen u moet gebruiken.