Hier volgen enkele veelvoorkomende manieren waarop een technicus brandstofinjectoren kan inspecteren:
- Visuele inspectie: De technicus zal zoeken naar duidelijke tekenen van schade of slijtage aan de brandstofinjectoren, zoals lekken, scheuren of corrosie.
- Brandstofdruktest: De technicus controleert de brandstofdruk in het systeem om er zeker van te zijn dat deze binnen de specificaties valt. Als de brandstofdruk te laag is, kan dit ertoe leiden dat de brandstofinjectoren niet genoeg brandstof krijgen om goed te kunnen werken.
- Brandstofinjectiestroomtest: De technicus test de stroomsnelheid van elke brandstofinjector om er zeker van te zijn dat deze binnen de specificaties valt. Als een brandstofinjector niet voldoende brandstof laat stromen, kan dit ervoor zorgen dat de motor arm loopt en niet goed werkt.
- Computerscan: De technicus kan ook een computerscantool gebruiken om te controleren op codes die mogelijk verband houden met de brandstofinjectoren. Sommige problemen met de brandstofinjector kunnen worden gedetecteerd door het zelfdiagnosesysteem van de computer.
Als de technicus bepaalt dat de brandstofinjectoren moeten worden gereinigd, gebruiken ze doorgaans een chemische reiniger om eventuele afzettingen te verwijderen die de brandstofstroom mogelijk blokkeren. In sommige gevallen moeten de brandstofinjectoren mogelijk worden vervangen als ze beschadigd of versleten zijn.