2. Controleer de verbinding van het deurslot. De deurslotverbinding bestaat uit een reeks stangen en hendels die de deurslotactuator met het deurslot verbinden. Als een van de verbindingen beschadigd is of losraakt, kan de deur niet goed worden vergrendeld. Om de koppeling te controleren, kunt u de deur openen en naar binnen kijken naar het deurslotmechanisme. Als een van de koppelingen beschadigd of losgekoppeld is, moet deze worden gerepareerd of vervangen.
3. Controleer de magneetklep van het deurslot. De deurslotmagneet is een magnetisch apparaat dat helpt bij het vergrendelen en ontgrendelen van de deur. Als de solenoïde defect is, kan deze de deur niet goed vergrendelen. Om de solenoïde te testen, kunt u proberen de deur met de sleutel te vergrendelen en ontgrendelen. Als de sleutel werkt, is de solenoïde waarschijnlijk defect en moet deze worden vervangen.
4. Controleer de deurslotmotor. De deurslotmotor is een kleine elektromotor die de deurslotactuator aandrijft. Als de motor defect is, kan deze de deur niet goed vergrendelen. Om de motor te testen, kunt u proberen de deur met de sleutel te vergrendelen en ontgrendelen. Als de sleutel werkt, is de motor waarschijnlijk defect en moet deze worden vervangen.