Een goede rijpositie verbetert uw vooruitzichten - en veiligheid
Als je denkt dat een goede rijpositie betekent dat je je handen op "10 en 2 uur" op het stuur moet hebben (zoals ze je hebben geleerd in de rijopleiding), ga met je tijd mee! U ziet dat auto's de afgelopen jaren aanzienlijk zijn veranderd... en dat geldt ook voor uw rijgewoonten.
Ontspan – de veranderingen zijn klein, en ze kunnen uw rijveiligheid en comfort zelfs verhogen, wat van pas zal komen tijdens die lange autoritten.
Ga lichtjes achterover zitten met uw schouders comfortabel naar achteren in de stoel. Ga zo ver mogelijk naar achteren van het stuur zitten terwijl u de auto veilig onder controle houdt.
Houd de buitenrand van het stuur op "9 en 3 uur" of iets lager. Deze positie minimaliseert het risico op letsel aan uw armen, handen en vingers als uw airbag wordt geactiveerd. Je armen moeten licht gebogen zijn.
Uw rechtervoet van het gaspedaal naar het rempedaal kunnen draaien zonder uw hiel van de vloer te tillen.
Het niet controleren van uw "dode hoeken" - die gebieden net buiten het gezichtsveld - kan rampzalige gevolgen hebben bij het invoegen op de snelweg of bij het wisselen van rijstrook.
In feite vinden er elk jaar duizenden ongevallen plaats omdat mensen die van rijstrook wisselen geen voertuig zien dat vlak naast hen staat voordat ze dergelijke manoeuvres maken!
Een van de manieren waarop u uzelf kunt beschermen, is ervoor te zorgen dat de zij- en achteruitkijkspiegels van uw voertuig zo zijn geplaatst dat ze maximaal zicht op de weg hebben.
Voor de zijspiegel aan de bestuurderszijde:plaats de zijkant van uw hoofd tegen de ruit en stel vervolgens de spiegel af totdat de zijkant van uw voertuig in zicht komt.
Voor de zijspiegel aan passagierszijde:terwijl u op de bestuurdersstoel zit, leunt u naar rechts zodat uw hoofd zich in de middellijn van de auto bevindt. Stel de spiegel af totdat de zijkant van uw voertuig in zicht komt.
Er is een eenvoudige test die u kunt doen om ervoor te zorgen dat uw spiegels correct zijn uitgelijnd:wanneer een voertuig het gezichtsveld van uw achteruitkijkspiegel verlaat, zou u het onmiddellijk in een van uw zijspiegels moeten kunnen zien.