Controleer de batterij: Zorg ervoor dat de accupolen schoon en goed vastzitten. Als de accu leeg is, moet u mogelijk de auto starten of de accu vervangen.
Controleer de brandstof: Zorg ervoor dat er brandstof in de tank zit. Als er brandstof aanwezig is, controleer dan de brandstofleidingen op lekkage.
Controleer de bougies: Zorg ervoor dat de bougies schoon zijn en de juiste afstand hebben. Als de bougies versleten zijn, moet u deze mogelijk vervangen.
Controleer het ontstekingssysteem: Zorg ervoor dat het ontstekingssysteem goed werkt. Dit omvat de bobine, verdeler en bougiekabels.
Controleer de starter: Zorg ervoor dat de starter goed werkt. Als de starter niet werkt, moet u deze mogelijk vervangen.
Als u het probleem niet kunt vinden en oplossen, moet u uw auto naar een monteur brengen.