Benodigde gereedschappen en materialen:
- Vervangende bobines (aantal 8)
- Bougiedopsleutel
- Ratel
- 10 mm-aansluiting
- Torx T-30-schroevendraaier
- Diëlektrisch vet
- Nieuwe bougies (optioneel, aanbevolen bij het vervangen van bobines vanwege overslaan)
Procedure:
1. Zet de motor af en laat hem afkoelen. Zorg ervoor dat de auto veilig geparkeerd staat en dat de motor volledig koel aanvoelt.
2. Zoek de bobines. De bobines bevinden zich bovenop de motor, gerangschikt in twee rijen van vier.
3. Ontkoppel de negatieve accupool. Dit voorkomt onbedoelde elektrische schokken terwijl u aan het werk bent.
4. Verwijder de motorkap. De motorkap wordt meestal op zijn plaats gehouden door een paar plastic clips of bouten. Wrik de clips/bouten voorzichtig los of draai ze los om de kap te verwijderen.
5. Ontkoppel de elektrische connectoren van de bobines. Gebruik de Torx T-30-schroevendraaier om de schroeven los te draaien waarmee de connectoren op hun plaats zitten. Trek de connectoren voorzichtig recht omhoog om ze los te koppelen.
6. Verwijder de bobines. Gebruik de dopsleutel van 10 mm en de ratel om de bouten waarmee de bobines op hun plaats zijn bevestigd los te draaien en te verwijderen. Til de spoelen recht omhoog om ze te verwijderen.
7. Inspecteer de bobines en bougies. Controleer de oude bobines op zichtbare schade of corrosie. Als de bougies oud of versleten zijn, is dit een goed moment om deze ook te vervangen.
8. Installeer de nieuwe bobines. Plaats de nieuwe spoelen voorzichtig op hun respectievelijke posities en zet ze vast met de eerder verwijderde bouten. Draai de bouten stevig vast.
9. Bevestig de elektrische connectoren opnieuw. Sluit de elektrische connectoren weer aan op de bobines. Zorg ervoor dat ze goed zijn aangesloten en dat de vergrendelingsmechanismen zijn ingeschakeld.
10. Breng diëlektrisch vet aan. Breng een kleine hoeveelheid diëlektrisch vet aan op de verbindingen tussen de bobines en de bougiehoezen om corrosie te voorkomen.
11. Bevestig de motorkap opnieuw. Plaats de motorkap terug en zet deze vast met de eerder verwijderde clips of bouten.
12. Sluit de negatieve accupool opnieuw aan. Sluit de negatieve accupool opnieuw aan om de stroom naar het voertuig te herstellen.
13. Start de motor en test. Start de auto en luister naar eventuele ongebruikelijke geluiden of ontstekingsfouten. Laat de motor een paar minuten draaien om een goede werking te garanderen.
Opmerking:raadpleeg de onderhoudshandleiding van uw voertuig voor specifieke instructies en koppelspecificaties.