1. Zorg ervoor dat de andere auto die u gebruikt om te starten, rijdt.
2. Sluit het ene uiteinde van de startkabels aan op de positieve pool (+) van de lege accu van uw Range Rover.
3. Sluit het andere uiteinde van dezelfde startkabel aan op de positieve pool (+) van het starthulpvoertuig.
4. Sluit het ene uiteinde van de andere startkabel aan op de negatieve pool (-) van het starthulpvoertuig.
5. Sluit het andere uiteinde van de negatieve startkabel aan op een ongeverfd metalen oppervlak op de motor van uw Range Rover (niet in de buurt van de accu) om als aardingspunt te fungeren.
6. Start het starthulpvoertuig en laat het enkele minuten draaien. Dit zal helpen om de lege batterij van uw Range Rover op te laden.
7. Probeer uw Range Rover te starten. Als hij start, laat hem dan nog een paar minuten draaien om de batterij op te laden.
8. Zodra de accu voldoende is opgeladen, koppelt u de startkabels los in de omgekeerde volgorde van hoe ze waren aangesloten. Begin eerst met de negatieve kabel.
Houd er rekening mee dat het starten van een voertuig slechts een tijdelijke oplossing is. Het wordt aanbevolen om de batterij te laten controleren en indien nodig te vervangen.
