Volg deze stappen om de timing in te stellen:
1. Sluit een distributielampje aan op de motor. Het lampje moet worden aangesloten op de "negatieve" pool van de accu en op de "cilinder nummer 1" pool op de verdelerkap.
2. Start de motor en laat deze op bedrijfstemperatuur komen.
3. Richt het timinglampje op het timingmerkteken op de harmonische balancer. Het timingmerkteken is meestal een inkeping of lijn op de balancer.
4. Stel de verdelerkap af totdat het distributiemerkteken op één lijn ligt met het referentiemerkteken op het motorblok of het distributiedeksel.
5. Draai de verdelerkap vast.
6. Zet de motor af en koppel het distributielampje los.
Houd er rekening mee dat het ontstekingstijdstip mogelijk moet worden aangepast als u de motor, de nokkenas of het ontstekingssysteem vervangt. Het is belangrijk om de servicehandleiding voor uw specifieke motor te raadplegen om het juiste ontstekingstijdstip te bepalen.