1. Laag transmissievloeistofpeil: Controleer het transmissievloeistofpeil en vul indien nodig bij. Een laag transmissievloeistofpeil kan ervoor zorgen dat de transmissie schokt tijdens het schakelen.
2. Vuile transmissievloeistof: Vuile transmissievloeistof kan er ook voor zorgen dat de transmissie schokt. Het wordt aanbevolen om uw transmissievloeistof elke 30.000 km te vervangen.
3. Defecte transmissiesolenoïdes: Transmissiemagneten regelen de stroom hydraulische vloeistof in de transmissie. Als een solenoïde defect is, kan dit ervoor zorgen dat de transmissie schokt.
4. Defect transmissieklephuis: Het transmissiekleplichaam regelt de stroom hydraulische vloeistof in de transmissie. Als het kleplichaam defect is, kan de transmissie schokken.
5. Defect transmissiefilter: Het transmissiefilter verwijdert verontreinigingen uit de transmissievloeistof. Als het filter verstopt is, kan dit de vloeistofstroom beperken en ervoor zorgen dat de transmissie gaat schokken.
6. Defecte koppelomvormer: De koppelomvormer is een vloeistofkoppeling die de motor met de transmissie verbindt. Als de koppelomvormer defect is, kan de transmissie schokken.
7. Defecte motorsteunen: Motorsteunen houden de motor op zijn plaats in het voertuig. Als een motorsteun kapot is, kan de motor gaan bewegen en de transmissie belasten, waardoor deze kan gaan schokken.