1. Koppel de negatieve accukabel los.
- Hiermee voorkom je dat de auto start terwijl je bezig bent met de remlichtschakelaar.
2. Zoek de remlichtschakelaar.
- De remlichtschakelaar bevindt zich aan de bestuurderszijde van de auto, onder het dashboard. Het is een kleine, zwarte schakelaar waar twee draden op zijn aangesloten.
3. Verwijder de oude remlichtschakelaar.
- Gebruik een sleutel om de moer los te draaien die de remlichtschakelaar op zijn plaats houdt. Koppel vervolgens de twee draden los van de schakelaar.
4. Installeer de nieuwe remlichtschakelaar.
- Plaats de nieuwe remlichtschakelaar op dezelfde plek als de oude schakelaar. Sluit vervolgens de twee draden aan op de schakelaar en draai de moer vast.
5. Test de remlichtschakelaar.
- Trap het rempedaal in en zorg ervoor dat de remlichten gaan branden.
6. Sluit de negatieve accukabel opnieuw aan.
7. Je bent nu klaar!
- De remlichtschakelaar is vervangen en de remlichten werken naar behoren.