1. Inspecteer de EGR-klep:
- Controleer op koolstofophoping of fysieke schade aan de EGR-klep.
- Reinig indien nodig de EGR-klep of vervang deze als deze beschadigd is.
2. Controleer de vacuümleidingen:
- Inspecteer de vacuümleidingen die op de EGR-klep zijn aangesloten op scheuren of loskoppelingen.
- Vervang beschadigde of losgekoppelde vacuümleidingen.
3. Test de EGR-solenoïde:
- Gebruik een multimeter om de elektrische continuïteit van de EGR-solenoïde te testen.
- Vervang de EGR-solenoïde als deze defect is.
4. Inspecteer het EGR-systeemfilter:
- Reinig of vervang het filter van het EGR-systeem als het verstopt is.
5. Controleer de DPFE-sensor:
- Inspecteer de Differential Pressure Feedback (DPFE)-sensor op schade of vervuiling.
- Maak de sensor schoon of vervang deze indien nodig.
6. Voer een scan uit:
- Sluit een scantool aan op de diagnosepoort van het voertuig en controleer op eventuele EGR-gerelateerde foutcodes.
- Los eventuele onderliggende problemen op die door de foutcodes worden aangegeven.
Opmerking:Als het probleem met de EGR-stroom na deze controles aanhoudt, wordt aanbevolen om het voertuig te laten inspecteren door een gekwalificeerde monteur of om het naar een Honda-dealer te brengen voor een juiste diagnose en reparatie.