Het kan zijn dat de accu of de dynamo leeg is, waardoor er vermogensverlies optreedt. Controleer de accupolen op corrosie en de dynamo op beschadigingen of losse verbindingen. Als de accu leeg is, start u de auto met een startkabel en rijdt u naar een monteur om te voorkomen dat de accu leegraakt terwijl u weer gaat rijden.
Brandstofproblemen
Brandstofgerelateerde problemen, zoals een verstopt brandstoffilter of injectorproblemen. Een verstopt brandstoffilter of vuile brandstofinjectoren zorgen ervoor dat de motor mager loopt en afslaat. Inspecteer deze onderdelen en vervang ze indien nodig.
Problemen met de stationairluchtregeling (IAC)-klep
De IAC-klep is verantwoordelijk voor het regelen van het stationaire toerental door de luchtstroom naar de motor te regelen. Als de IAC-klep defect is, zal de motor onregelmatig lopen of afslaan tijdens stationair draaien. Reinig de IAC-klep en pas indien nodig het stationair toerental aan.
Problemen met de gasklepstandsensor (TPS)
De TPS vertelt de elektronische regelmodule (ECM) hoe ver de gasklep open staat. Een defecte TPS kan ervoor zorgen dat de ECM te veel of te weinig brandstof levert, waardoor de motor te rijk of mager wordt en afslaat. Test de TPS en vervang deze indien nodig.
Problemen met de camerapositiesensor (CPS)
De CPS vertelt de ECM de positie van de nokkenas en krukas. Een defect CPS kan ervoor zorgen dat de motor tijdens het rijden vermogen verliest en afslaat. Inspecteer de CPS en vervang deze indien nodig.