1. Zoek de zekeringenkast aan de passagierszijde van de motorruimte.
2. Zoek de zekering met het label 'Remlicht'.
3. Verwijder de zekering.
4. Controleer de zekering op beschadigingen. Als de zekering is doorgebrand, vervang deze dan door een nieuwe met hetzelfde ampèrage.
5. Als de zekering niet is doorgebrand, is de remlichtschakelaar mogelijk defect.
6. Om toegang te krijgen tot de stoplichtschakelaar moet u het onderste deel van de stuurkolomafdekking verwijderen.
7. De remlichtschakelaar bevindt zich net boven het rempedaal.
8. Koppel de elektrische connector los van de remlichtschakelaar.
9. Verwijder de twee bouten waarmee de remlichtschakelaar op zijn plaats zit.
10. Haal de oude remlichtschakelaar eruit en gooi deze weg.
11. Installeer de nieuwe remlichtschakelaar en draai de bouten vast.
12. Sluit de elektrische connector weer aan op de remlichtschakelaar.
13. Plaats het onderste deel van de stuurkolomafdekking terug.
14. Plaats de zekering 'Remlicht' terug.
15. Test de stoplichten om er zeker van te zijn dat ze correct werken.