De maanmodule bestond uit twee hoofdonderdelen:de afdalingsfase en de klimfase. De Descent Stage bevatte de landingsmotoren, brandstoftanks en poten en zorgde voor stabiliteit tijdens de landing. De Ascent Stage bevatte de bemanningscabine, levensondersteunende systemen en de opstijgmotor, en werd gebruikt om de astronauten weer in een baan rond de maan te brengen.
Eenmaal in een baan om de aarde zou de Ascent Stage aansluiten bij de Command and Service Module (CSM) en zouden de astronauten terugkeren naar de CSM voor hun terugreis naar de aarde.