1. Controleer de transvloeistofconditie: Zorg ervoor dat de transmissievloeistof schoon en op het juiste niveau is.
- Aftappen/verversen volgens het onderhoudsschema van het voertuig als onderdeel van routineonderhoud.
2. Controleer de transmissiebanden en koppelingen :
- Verkeerd afgestelde banden of verbindingen kunnen slippen veroorzaken.
>Raadpleeg de servicehandleiding van de transmissie voor de juiste afstelling.
3. Verbrande koppelingsplaten vervangen:
- Versleten of verbrande koppelingsplaten zijn vaak voorkomende oorzaken van slippen.
>Installeer vervangende koppelingspakketten met de juiste dikte en wrijvingsmateriaal volgens de transmissiespecificaties.
4. Inspecteer/vervang filters en pakkingen :
- Een verstopt filter kan de vloeistofstroom belemmeren en slippen veroorzaken.
>Vervang het filter, de pakking en de pan bij elke vloeistofverversing.
5. Controleer / pas de gasklepverbinding aan:
- Een onjuiste afstelling van de gasklep kan ertoe leiden dat de transmissie slipt.
> Zorg ervoor dat de gasklep volledig opent en volledig sluit.
6. Controleer/vervang de modulatorklep :
- Een defecte modulatorklep kan resulteren in een onjuiste vloeistofdruk, waardoor slippen ontstaat.
> Inspecteer de klep op schade of lekkage. Vervang indien nodig.
7. Kleppen inspecteren/reinigen :
- Vastzittende kleppen kunnen een goede vloeistofstroom belemmeren.
> Inspecteer en reinig of vervang klevende kleplichamen.
8. Drukmetertest :
- Meet de transmissievloeistofdruk met een manometer.
>Controleer de druk op verschillende punten om problemen te identificeren.
9. Revisie/herbouw :
- Grote transmissieproblemen, waaronder versleten interne componenten, vereisen mogelijk een volledige revisie door een gekwalificeerde transmissieprofessional.
10. Raadpleeg een transmissiespecialist:
>Als het probleem aanhoudt of als u twijfelt, wordt aanbevolen professioneel advies in te winnen bij een ervaren transmissiedeskundige of reparatiewerkplaats.