- Onjuist geïnstalleerd brandstoffilter: Zorg ervoor dat het brandstoffilter in de juiste richting is geïnstalleerd en dat de brandstofleidingen goed zijn aangesloten. Een los of onjuist geïnstalleerd filter kan brandstofgebrek veroorzaken en voorkomen dat de motor start.
- Verstopte brandstofleidingen: Wanneer u het brandstoffilter hebt vervangen, is er mogelijk sediment of vuil in de brandstofleidingen terechtgekomen. Hierdoor kunnen de leidingen verstopt raken en de brandstofstroom naar de motor beperkt worden. Probeer perslucht door de brandstofleidingen te blazen om eventuele verstoppingen te verwijderen.
- Defecte brandstofpomp: De brandstofpomp is verantwoordelijk voor het leveren van brandstof aan de motor. Als de brandstofpomp defect is, kan deze mogelijk niet voldoende druk leveren om de motor te starten. Controleer het brandstofpomprelais en de zekering om er zeker van te zijn dat ze goed werken. Als dit het geval is, moet u mogelijk de brandstofpomp vervangen.
- Defect ontstekingssysteem: Als de bougies, bougiekabels of bobine defect zijn, kunnen ze voorkomen dat de motor start. Controleer de onderdelen van het ontstekingssysteem om er zeker van te zijn dat ze in goede staat zijn en goed zijn aangesloten.
- Defecte startmotor: Als de startmotor defect is, kan deze mogelijk het vliegwiel niet inschakelen en de motor starten. Probeer eens met een hamer op de startmotor te tikken om te zien of deze aanslaat. Als dit het geval is, moet de starter mogelijk worden vervangen.