Bij lage toerentallen moet de motor harder werken om dezelfde hoeveelheid vermogen te produceren als bij hoge toerentallen. Dit komt doordat de zuigers bij lage toerentallen een langere afstand in de cilinders moeten afleggen dan bij hoge toerentallen. De langere reistijd van de zuiger betekent dat de motor meer koppel moet genereren, waardoor de onderdelen van de motor zwaarder belast worden.
Bij hoge toerentallen moeten de zuigers daarentegen een kortere afstand in de cilinders afleggen, waardoor de motor minder koppel hoeft te genereren. Hierdoor worden de onderdelen van de motor minder belast en wordt de motor efficiënter.