Aardgas: Aardgas is een fossiele brandstof die wordt verbrand om elektriciteit te produceren, huizen en bedrijven te verwarmen en voertuigen aan te drijven. Het is een schonere brandstof dan steenkool en produceert minder kooldioxide-uitstoot.
Biomassa: Biomassa is organisch materiaal dat kan worden gebruikt om energie te produceren. Voorbeelden van biomassa zijn hout, planten en dierlijk afval. Biomassa kan worden verbrand om warmte of elektriciteit te produceren, of kan worden omgezet in andere brandstoffen, zoals biogas of ethanol.
Zonne-energie: Zonne-energie is energie die wordt opgewekt door de zon. Zonnepanelen kunnen op huizen, bedrijven of andere gebouwen worden geïnstalleerd om zonlicht op te vangen en om te zetten in elektriciteit.
Windenergie: Windenergie is energie die door de wind wordt opgewekt. Windturbines kunnen op land of op zee worden geïnstalleerd om windenergie op te vangen en om te zetten in elektriciteit.
Waterkracht: Waterkracht is energie die wordt opgewekt door de stroming van water. Hydro-elektrische dammen kunnen worden gebouwd om de energie van stromend water op te vangen en om te zetten in elektriciteit.
Geothermische energie: Geothermische energie is energie die wordt opgewekt door de warmte uit het binnenste van de aarde. Geothermische energiecentrales kunnen worden gebouwd in de buurt van warmwaterbronnen of andere gebieden waar veel ondergrondse warmte aanwezig is.
Kernenergie: Kernenergie is energie die wordt opgewekt door het splitsen van atomen. Kerncentrales produceren elektriciteit door de warmte van kernreacties te gebruiken om water te koken en een turbine aan te zetten.
Waterstofbrandstofcellen: Waterstofbrandstofcellen produceren elektriciteit door waterstof en zuurstof te combineren. Ze zijn een schone brandstof en produceren alleen waterdamp als bijproduct.
