Propellers werken door draaiende bladen die lift creëren, net als vleugels in een vliegtuig. Terwijl de bladen draaien, duwen ze de vloeistof (meestal lucht of water) naar achteren, waardoor een kracht in de tegenovergestelde richting ontstaat. Deze kracht wordt stuwkracht genoemd.
De hoeveelheid stuwkracht die een propeller genereert, hangt af van verschillende factoren, waaronder de grootte en vorm van de bladen, de snelheid waarmee ze draaien en de hoek waaronder ze gekanteld zijn.
Propellers worden gebruikt in een grote verscheidenheid aan voertuigen, waaronder vliegtuigen, boten, onderzeeërs en hovercrafts. Ze kunnen ook worden gebruikt voor het aandrijven van windmolens en andere apparaten die stuwkracht moeten genereren.
Hier zijn enkele van de specifieke doeleinden van propellers:
* Om vliegtuigen door de lucht voort te stuwen. Vliegtuigen gebruiken propellers om stuwkracht te genereren die hen vooruit brengt. De propellers worden meestal aan de voorkant of zijkanten van het vliegtuig gemonteerd.
* Om boten door het water voort te stuwen. Boten gebruiken propellers om stuwkracht te genereren die hen door het water beweegt. De propellers worden meestal aan de achterkant van de boot gemonteerd.
* Om onderzeeërs onder water voort te stuwen. Onderzeeërs gebruiken propellers om stuwkracht te genereren die hen onder water beweegt. De propellers worden meestal aan de achterkant van de onderzeeër gemonteerd.
* Om een hovercraft over de grond te laten voortbewegen. Hovercraft gebruikt propellers om lift te genereren waardoor ze van de grond worden getild. De propellers worden meestal aan de zijkanten van de hovercraft gemonteerd.
Propellers zijn een veelzijdige en efficiënte manier om stuwkracht te genereren en worden in een grote verscheidenheid aan toepassingen gebruikt.