- Zoek de brandstofdrukregelaar op de brandstofrail.
- Koppel de vacuümleiding los van de drukregelaar.
- Start de motor en laat deze stationair draaien.
- Meet de brandstofdruk met een brandstofdrukmeter.
- De brandstofdruk moet binnen de specificaties liggen (2,0-2,5 bar).
2. Controleer de brandstofinjectoren.
- Verwijder de brandstofinjectordeksels.
- Start de motor en laat deze stationair draaien.
- Luister of er tikkende geluiden uit de injectoren komen.
- Als u tikkende geluiden hoort, zijn de injectoren mogelijk defect.
3. Controleer het brandstoffilter.
- Zoek het brandstoffilter onder de auto.
- Verwijder het brandstoffilter en inspecteer het op vuil of puin.
- Vervang het filter als het vuil is.
4. Controleer de brandstofpomp.
- Zoek de brandstofpomp onder de auto.
- Verwijder de brandstofleiding van de brandstofpomp.
- Start de motor en laat deze enkele seconden draaien.
- Als u geen brandstof uit de brandstofleiding ziet komen, is de brandstofpomp mogelijk defect.
5. Controleer de brandstofleidingen.
- Inspecteer de brandstofleidingen op eventuele lekkages of scheuren.
- Als u lekkages of scheuren constateert, vervang dan de brandstofleidingen.
Als u al het bovenstaande heeft gecontroleerd en nog steeds problemen met het brandstofsysteem ondervindt, moet u uw auto naar een gekwalificeerde monteur brengen voor verdere diagnose.