- Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond.
- Schakel de motor uit en schakel de parkeerrem in.
- Zoek de vulplug van de transmissievloeistof. Het bevindt zich aan de zijkant van de transmissie, bovenaan.
- Draai de vulplug tegen de klok in om deze te verwijderen.
- Steek een trechter in het vulgat.
- Giet nieuwe transmissievloeistof in de trechter totdat deze begint te overstromen.
- Vervang de vulplug en draai hem stevig vast.
Opmerking: Het transmissievloeistofpeil moet periodiek worden gecontroleerd en indien nodig worden bijgevuld. Vul de transmissie niet te vol, omdat dit schuimvorming en beluchting kan veroorzaken, waardoor de transmissie kan worden beschadigd.