Zo werkt een centrifugaalcompressor:
1. Inlaat:Lucht komt de compressor binnen via een inlaatpoort.
2. Waaier:De waaier, een roterende schijf met meerdere bladen, draait op hoge snelheid. Terwijl lucht door de waaier stroomt, geven de bladen er kinetische energie aan, waardoor de lucht naar buiten wordt versneld.
3. Centrifugaalkracht:De centrifugaalkracht die wordt gegenereerd door de draaiende waaier zorgt ervoor dat de lucht radiaal naar buiten beweegt.
4. Diffusieschoepen/stator:Na het verlaten van de waaier komt de lucht met hoge snelheid in aanraking met een reeks diffusieschoepen of een stationair onderdeel dat een stator wordt genoemd. Deze schoepen vertragen de tangentiële snelheid van de lucht en zetten deze om in statische druk, wat resulteert in een toename van de luchtdruk.
5. Afvoer:De perslucht verlaat de compressor via een afvoerpoort met een hogere druk dan de inlaatlucht.
Centrifugaalcompressoren worden vaak gebruikt in turbocompressoren vanwege hun compacte formaat, het vermogen om grote luchtvolumes te verwerken en hun efficiënte werking bij hoge rotatiesnelheden. Ze zijn geschikt voor toepassingen die gematigde drukverhoudingen en een continue luchtstroom vereisen, waardoor ze zeer geschikt zijn voor automobieltoepassingen en verbrandingsmotoren.