- Controleer de lucht-brandstofverhouding; als deze te arm of te rijk is, kan dit schokken veroorzaken.
- Inspecteer de brandstofleidingen op lekken of verstoppingen die de brandstoftoevoer kunnen beïnvloeden.
- Zorg ervoor dat het brandstoffilter schoon en vrij van vuil is.
- Als het brandstofsysteem al een tijdje geen onderhoud heeft gehad, overweeg dan om de brandstofinjector te reinigen of te vervangen.
2. Defecte bougies of ontstekingssysteem:
- Controleer de staat van de bougies en vervang deze indien nodig.
- Zorg ervoor dat de bougiekabels goed aansluiten en in goede staat verkeren.
- Inspecteer de verdelerkap en rotor (indien van toepassing) op scheuren, corrosie of schade.
3. Vacuümlekken:
- Controleer op vacuümlekken in de motor met behulp van een rookmachine of door carburateurreiniger rond potentiële lekkagegebieden te spuiten terwijl de motor draait. Als het toerental van de motor toeneemt wanneer de reiniger in een bepaald gebied wordt gespoten, kan dit duiden op een vacuümlek.
4. Problemen met het stationair besturingssysteem:
- Controleer de functionaliteit van de stationairregelklep en zorg ervoor dat deze correct werkt.
- Reinig of vervang het gasklephuis en zorg ervoor dat de gasklepverbinding soepel werkt.
5. Defecte sensoren:
- Inspecteer de zuurstofsensoren, koelvloeistoftemperatuursensoren en andere sensoren die verband houden met aanpassingen van het brandstof- en luchtmengsel.
- Als een sensor defect is of onjuiste signalen naar de motorregeleenheid stuurt, kan dit schokkende problemen veroorzaken.
6. Problemen met de brandstofpomp:
- Als de brandstofpomp niet voldoende brandstofdruk levert, kan de motor op verschillende punten arm gaan lopen of haperen, wat tot schokken kan leiden. Controleer de brandstofdruk en vervang indien nodig de pomp.